Wagner Dream CD : press review

Andrew Clements, Guardian, 3 mei, 2007

Jonathan Harvey, Wagner Dream

The blue-gowned orchestra is superbly conducted by Martyn Brabbins, their sound digitally transformed and projected around the auditorium. Harvey always uses electro-acoustic techniques with huge imagination, and the way in which they support the sound picture here is a model of its kind. The performances, too, are first rate. Claire Booth sings the role of Prakriti, making Harvey’s dizzying soprano lines thrillingly intense. Johan Leysen as a convincing Wagner and Catherine ten Bruggencate as the shrewish Cosima lead the acting troupe. A fascinating idea realised with great skill, Wagner Dream joins the lengthening list of operas by British composers that urgently need a staging here.

    

Dieter Lintz, Trierischer Volksfreund, 30 april 2007

Funkelnde Auseinandersetzung (Wagner Dream)

Zu den bislang spektakulärsten Projekten des Kulturhauptstadt-Jahres gehört die Welturaufführung einer Auftragsoper des Komponisten Jonathan Harvey und des Autors Jean-Claude Carrière. Wagner Dream beschäftigt sich in einer Mischung aus Musiktheater und Schauspiel mit den letzten Stunden im Leben von Richard Wagner. Zur Premiere am Samstag kamen Theaterleiter und Kritiker aus ganz Europa. [...]

Der Brite Jonathan Harvey und der Franzose Jean-Claude Carrière gehen alle Gefahren intelligent aus dem Weg, indem sie Wagner auf dem Totenbett eine Erfahrung machen lassen, die auf den ersten Blick mit seinem Werk nicht das Geringste zu tun hat: Er erlebt eine Art buddhistische Parabel. Doch mehr und mehr schält sich heraus, dass die Geschichte um die junge Inderin Prakriti die verbotenerweise den Mönch Ananda liebt, fast alle Zutaten von Wagners großen Themen hat: Erfüllung und Entsagung, Liebe und Opfer, Regeln und Revolte. [...] Regisseur Pierre Audi und Bühnengestalter Jean Kalman konstrastieren die Welten mit höchstem Geschick: in düsterem und strengem Schwarz-Weiß Wagners venezianischen Palazzo, in prächtigen Gelb-Orange-Tönen die indische Fabelwelt. Superbes Licht, eine – an Robert Wilson erinnernde – stark symbolistische Personenführung: Das hinterlässt tiefe Eindrücke beim Publikum.

Die Inszenierung greift exakt die Intentionen von Harvey auf, der die beiden Erzählebenen gleichfalls strikt getrennt hat: Im Hause Wagner wird nicht gesungen, die Rollen werden von Schauspielern verkörpert, allen voran der herausragende Johan Leysen als verzweifelt um sein gescheitertes Stück kämpfender Komponist. [...] Im Fernost hingegen wird gesungen, und zwar mit nachgerade melodiösen, poetischen Singstimmen, die sich über den atonalen Orchesterpart erheben. Der Komponist besorgt die Computersteuerung, und das Ensemble Ictus mit seinem Dirigenten Martyn Brabbins begeistert durch ein Höchstmaß an Präzision und das extrem konstrastreiche, die Handlung prächtig illustrierende Klangbild. Sängerisch hat die Besetzung Weltniveau, mit Claire Booth (Prakriti) und Dale Duesing (Buddha) als Eckpfeiler eines darstellerisch wie musikalisch gleichermaßen überzeugenden Ensembles. [...]
   

May 2012, BBC Magazine, Christopher Dingle

Wagner Dream CD : "Flights of imagination"

Harvey's sublime music does not shy away from the disturbing when necessary, yet the overwhelming impression is of beauty and integrity. His seamless integration of instruments and live electronics is masterful, the latter a natural, organic part of often shimmering textures. (...) The conducting by Martyns Brabbins is superb.

 

Koen Van Meel, Kwadratuur, November 2012

Jonathan Harvey : Wagner Dream (CD)

Venetië, februari 1883: Richard Wagner werkt aan een essay, maar zit met zijn gedachten meer bij het mysterieuze personage Prakriti van ‘Die Sieger’, een boeddhistische opera die hij nog wil schrijven. Wagner heeft zijn plan nooit zelf gerealiseerd, wat het voor de Britse componist Jonathan Harvey, zelf boeddhist, een gedroomd uitgangspunt maakt voor zijn opera ‘Wagner Dream’.

Samen met librettist Jean-Claude Carrière vertelt Harvey het verhaal van Wagner die een hartaanval krijgt en in een visioen geconfronteerd wordt met Vairochana, een Boeddha die hem het verhaal van Prakriti zal doen: hoe de vrouw afstand deed van haar verlangens en de eerste vrouw werd die in de kring van Boeddha Siddharta werd opgenomen.

Het verhaal en de muziek spelen zich af op drie terreinen: in eerste instantie is er de “echte” wereld van Wagner, zijn vrouw Cosima en andere personages uit het Venetië van 1883. Daarnaast is er de conversatie tussen Wagner en Vairochana. Deze laatste tenslotte, toont Wagner het verhaal van Prakriti in scènes waarbij Wagner zelf louter toeschouwer is.

Het muzikaal uitwerken van deze lagen, de personages daarin en hun gemoedsgesteldheid gebeurt door Harvey op een zodanige manier dat de luisteraar meegezogen wordt in het verhaal: van de stoombootachtige klanken die bij Venetië horen tot de meditatieve rust van Boeddha en Vairochana. Bovendien geeft het de opera een bijzondere dramatische lading, omwille van de steeds wisselende emoties.

Harvey laat er geen twijfel over bestaan wat voor hem setting en wat de essentie is. De personages in de “reële” wereld worden neergezet door sprekende acteurs, het zingen is gereserveerd voor de Oosterse karakters. Hier buit Harvey de muzikale contrasten sterk uit in functie van de gesteldheid van de figuren. Waar Boeddha en Vairochana statig en beheerst aan het woord komen, klinkt Prakriti meer geagiteerd, met grote sprongen in de melodielijnen of met kleine, maar in het oor springende melismen.

Op een breder niveau werkt Harvey ook met de wereld waarin het verhaal zich op dat moment bevindt. De scheepsgeluiden van Venetië staan in contrast met de klokachtige geluiden en de wel erg voor de hand liggende pentatonische melodie die naar het einde expliciet opduikt. De muziek blijft gelukkig niet hangen in deze couleur locale. De kleur wordt meer dan sfeer, aangezien Harvey meer bezig is met de individuele karakters en hun evoluties. Het vocaal ensemble met uitgekiende elektronische inbreng, klinkt als stemmen in de wind of lijkt een aureool rond de zangpartij van Vairochana te trekken. In het volkse tafereel dat zich afspeelt in de Indische drankgelegenheid mogen dan een hobo en een dwarsfluit door het decor zweven, ook hier kleurt Harvey de muziek verder in functie van de actie.

Een uitstekend wapen daarbij is de briljante orkestratie. Een heel orkest heeft Harvey daar niet voor nodig. Het Ictus Ensemble, synthesizer en elektronica volstaan ruimschoots: het ontbreekt de muziek aan niets. Als geen ander weet Harvey immers hoe hij instrumentale solisten, instrumentengroep en hun elektronische transformaties moet combineren. Dit leidt niet alleen tot een bij momenten hallucinante rijkdom, maar eveneens tot een indrukwekkende integratie van de verschillende kleuren, waardoor de muziek in al haar contrasten toch homogeen blijft.

Bovendien weet Harvey dit te combineren met drive en energie waardoor de muziek alle logheid vermijdt en maximaal flexibel en kneedbaar blijft. Zo kan hij niet alleen maximaal inzetten op de beklijvende climaxen (Prakriti die dreigt zelfmoord te plegen,  transformeert in de even verleidelijke als angstaanjagende Vajrayogini, of Wagner die zich een laatste keer dramatisch verzet tegen het opgeven van verlangens), maar ook op uitmuntende passages in slow motion. Hier verliest de luisteraar alle tijdsbesef om terecht te komen in een magische wereld, niet een van toverstafjes, maar wel met een uitgesproken spirituele lading. Het naadloos in elkaar overlopen van elektronica en akoestische klanken zorgen daarbij voor extra transformaties die het klankbeeld en meteen de hele omgeving rond de luisteraar aan het draaien brengen.

Met iets meer dan negentig minuten is ‘Wagner Dream’ een eerder korte opera, maar op muzikale zeggingskracht wordt er niet bespaard. Al is dat niet meteen een verrassing met deze vocale en instrumentale cast en al helemaal niet met de componist Harvey die weer eens laat horen hoe diepmenselijkheid kan samengaan met toegankelijke en tegelijkertijd heel persoonlijke muziek. Een muzikaal meesterwerk dat tot nadenken stemt, voor iedere luisteraar individueel.

    

New Yorker (website), December 2012, Alex Ross

Ten notable recordings of 2012 (Wagner Dream)

Over at the New Yorkerwebsite I've posted a list of Ten Notable Recordings of 2012. A list of memorable live performances will follow toward the end of the month. As usual, I'd like to offer a string of honorable mentions. Earning many repeat plays on my stereo were: the second volume of Third Coast Percussion's John Cage survey (Mode); Esa-Pekka Salonen's Violin Concerto (DG); Stefan Prins's Fremdkörper(Sub Rosa); Jonathan Harvey's Wagner Dream (NMC); Annie Gosfield's Almost Truths and Open Deceptions (Tzadik); the "complete" Bruckner Ninth, with Simon Rattle and the Berlin Philharmonic (EMI); Andreas Staier's Diabelli Variations (Harmonia Mundi); Cecilia Bartoli's Agostino Steffani surveyMission (Decca); Respighi's Marie Victoire, for the singing of Takesha Kizart and the conducting of Michail Jurowski (cpo); and Alexandre Tharaud's "swinging Paris" album, Le Boeuf sur le toit (Virgin Classics). The most physically gorgeous release of the year was Nurit Tilles's Sonatas and Interludes on 45rpm vinyl, with the gigantic reissue of the Solti Ring close behind. I didn't listen to much pop this year, but I did think Frank Ocean's "Pyramids" was amazing.

   

Pierre Rigaudiere, Diapason ( 5 ***** )

Une partition de toute beauté (...) Maître de la stylisation, Jonathan Harvey évoque la psalmodie, ou la ductilité mélodique du raga, sans donner dans le pastiche. Une riche électronique, bien intégrée aux textures raffinées des instrumentistes, ajoute ses sortilèges à une belle réussite musicale. 

   
Tags : Press

Mentioned in this article
Jonathan Harvey ,Johan Leysen & From the Ictus Press-Book