Wayfaring strangers

Wayfaring strangers

Interview met Tom Pauwels en Liesa Van der Aa

Vanaf de jaren 1920 rijzen in de Mississippi-delta opnamestudio's als paddenstoelen uit de grond. Deze vruchtbare periode heeft een uniek blues- en country-repertoire voortgebracht dat bepalend is geweest voor de naoorlogse pop en rock. Maar de Amerikaanse roots music laat ook hedendaagse componisten niet onberoerd. In opdracht van Ictus bewerkte Christopher Trapani enkele van deze oer-songs voor stem, viool, elektrische gitaar en effectpedalen waarin zijn microtonale obsessie zorgt voor vervreemding en vervorming van het origineel. Naast deze creatie staan ook bewerkingen van Larry Polansky op het programma, met daarin een belangrijke rol voor de resonator guitar. Op scène een uniek duo: popzangeres en componiste Liesa Van der Aa en Tom Pauwels, huisgitarist bij Ictus. Zo’n grensoverschrijdende samenwerking vraagt om enige duiding.
   
Tom Pauwels : Ik was op zoek naar een stem die blues op een niet-geaffecteerde manier kan zingen, wat niet evident is in de klassieke scene. Traditioneel werken we met mensen die klassiek geschoold zijn en een lyrische zangstem hebben. Vaak is het heel moeilijk om dat keurslijf af te schudden en iets eenvoudig met overtuigingskracht te zingen. Tegelijk had ik iemand nodig die gevoelig is voor experiment. Liesa is zo iemand.

Liesa Van der Aa : Ik was stiekem heel blij toen Tom mailde want ik had nooit zelf de vraag durven stellen. Ergens heb ik het gevoel, omdat ik niet klassiek geschoold ben, dat de hedendaags klassieke wereld mij niet interessant vindt. Ik schatte Ictus natuurlijk heel hoog in omdat ik wist op welk niveau zij werken en welke kwaliteit zij bewaken.

In 2013 bracht je op het Klarafestival een programma waarin je eigen popsongs versmelten met muziek van John Dowland. Wanneer voelde je voor het eerst de noodzaak om muzikale hokjes te doorbreken?

Liesa: ‘Dowland recomposed’ was niet het eerste project waarin klassiek en pop samenkwamen. De eerste echte samenwerking die mij veel heeft geleerd en nog altijd inspireert was met Kaleidoskop, een hedendaags klassiek ensemble uit Berlijn dat zowel barok, pop als heavy metal speelt. Voor mij ging er toen een wereld open, en dat gevoel heb ik nu met Tom nog meer. Ik vind veel inspiratie in het klassieke milieu.

Is het evident om een hedendaagse partituur te interpreteren met muzikanten uit twee verschillende werelden?

Tom: Het is natuurlijk niet evident, maar dat is net het leuke. Die dualiteit zit er bij Polansky eigenlijk al een beetje in gebakken: de partituur is volgens de componist ontstaan uit improvisatie. Dit heeft ons geïnspireerd om de partituur opnieuw te improviseren. Laten we het materiaal van Polanksy herbekijken en de compositie uitrekken. We probeerden tussen de noten te lezen: wat zou daar nog kunnen inzitten?

Wat fascineert in het programma is de voortdurende tegenstelling tussen vertrouwdheid en vervreemding. Flarden blues worden afgewisseld met noise, loops en microtonale harmonieën. In het lied ‘Sweet Betsy from Pike’ van Polanksy, gebaseerd op een traditional uit 1932, wisselen herkenbare melodieën af met lange, turbulente soundscapes. Dat staat niet in de partituur van Polansky, maar zijn jullie eigen toevoegingen.

Tom: De bewerkingen van Polanksy wijken op zich al af van de originele versies, maar wij voegen daar als Europeanen nog extra ‘vervuiling’ aan toe. Blues is eigenlijk geen deel van onze cultuur, Liesa en ik bekijken de muziek dus automatisch door onze eigen filter. We voegen er noise en lagen aan toe, we deconstrueren de melodieën waardoor je soms alleen maar flarden en echo’s hoort.

Liesa: Je zou nog veel verder kunnen gaan in die ontmanteling, bijvoorbeeld met behulp van allerlei elektronica, maar dan gaat de fragiliteit van de songs verloren. Het zijn eigenlijk ‘lieve’ bijvoegsels.

Er zijn veel componisten die niet zo blij zouden zijn met zo’n vrije interpretatie.

Tom: Ik ben er heel erg voor om minder sacraal om te gaan met gecomponeerde muziek. Dit maakt het mogelijk om je een repertoire toe te eigenen dat je misschien niet kan brengen met je bezetting. Dat ‘recycleren’ van bestaand materiaal gebeurt door componisten trouwens iedere dag. Waarom zouden uitvoerders die integer zijn ook niet het recht hebben om bestaande muziek te herwerken en fragmenten van partituren te gebruiken?

Liesa: Ik kom uit een heel andere achtergrond, waar het normaal is om muziek te recycleren of in een andere context te plaatsen. Er bestaat immers al zo veel materiaal, zo veel stijlen en genres, er is al zo veel gebeurd. Waarom zouden we bestaande muziek niet kunnen hergebruiken om het een nieuwe stempel te geven? We moeten niet altijd per se van nul beginnen.

AlbaNova 2016 focust op de grens tussen leven en dood. Blues is bij uitstek de muziek van de rouw, van de smart.

Tom: Klopt, dat is bijvoorbeeld sterk aanwezig in de song ‘Wayfaring Stranger’ (in Vlaanderen bekend van de film The Broken Circle Breakdown, nvdr). Dit lied draagt een soort van christelijke boodschap uit, namelijk het geloof om in het hiernamaals herenigd te worden met verloren gewaande geliefden of naasten.

Liesa: Diezelfde hoop zit ook in ‘Freight Train’, een prachtig lied. Hierin hoopt de zanger om - wanneer hij sterft - begraven te worden in de buurt van een spoorlijn zodat hij voor altijd zijn favoriete goederentrein zou horen voorbijrazen. Blues draait vaak om nostalgie en herinnering.

Tom: Ook om vergankelijkheid. Polansky maakte het arrangement voor ‘Eskimo Lullaby’ op het moment dat hij al wat ouder was en terugdacht aan het lied dat hij vroeger zo vaak zong bij het bed van zijn dochtertje.

AlbaNova is een festival voor creatie en muzikaal erfgoed. Zien jullie het programma als een ode van Polansky en Trapani aan hun Amerikaanse muzikale DNA?

Tom: Dat is onze interpretatie als Europeanen. In Amerika heerst een andere filosofie. Men denkt er minder vanuit een bepaalde traditie of vanuit een historische boog, maar is er meer experimentalistisch ingesteld. Amerikaanse componisten absorberen datgene wat in hun omgeving klinkt en leeft. Denk bijvoorbeeld aan Harry Partch of Lou Harrison, die opgegroeid zijn met Mexicaanse muziek of met Chinese immigranten in de woestijn: de meest vreemde, onmogelijke combinaties, onwaarschijnlijke botsingen van culturen en klanken. Los van elke school je ding doen, dat is toch iets typisch Amerikaans.

Howdy ho!

Gilles Helsen

Mentioned in this article
Tom Pauwels